Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als Hij gekomen was in het huis van [1]een der oversten der Farizeen, op den sabbat, om brood te eten, dat zij Hem [2]waarnamen. 1. Dat is een overste der Joden uit de secte der Farizeen, gelijk ook Nicodemus was, Joh.3:1. 2. Namelijk of Hij iets zou zeggen of doen, dat zij zouden mogen berispen.